lochnagar crater
Op de achtergrond het dorp la Boisselle
De krater werd een jaar na de slag in 1917 bezocht door William Olpen, een kunstschilder gestuurd naar het front om beelden vast te leggen. Hij schreef:
"De grote mijn bij La Boisselle gaf een wonderbaarlijke aanblik. Op een morgen zwierf ik over het oude slagveld en stuitte op een grote wildernis met witte kalk, geen tufje gras, geen bloem, alleen maar kalk. Stond ploteseling aan de rand van de krater, ik voelde mezelf in een andere wereld bij dit enorme hol, 320 yard om er omheen te lopen, met zijkanten te stijl om naar beneden te gaan. Het verschrikkelijke werk van een mens. Stel je voor; je graaft in de buik van de aarde met de hel erboven, je luistert tot je weet dat je onder de Duitse loopgraven zit na honderden yards graven. En hier het resultaat van hun werk, op aarde tenminste niet op menselijk gebied gebied. Op de bodem van de kloof was een grafheuvel waarop een schedel skelet was geplaatst. Men had treden uitgegraven aan één kant om naar beneden te komen, alle menselijke resten verzameld en het begraven in de grafheuvel. Deze grafheuvel met de kleine schedel er boven op, op de bodem van dit enorme gat was het grootste monument gemaakt door mensenhanden dat ik ooit gezien heb. Er was ook nog een andere krater, vlak bij de weg naar Bapaune en nog één bij Beaumont Hamel en bij High wood. Ook wonderschoon maar niet te vergelijken met de waardigheid en grandeur van deze mijnkrater bij La Boiselle".
Deze grafheuvel bestaat nu niet meer.
Naar La grande mine
Hierboven en onder de situatie vlak voor het grote offensief op 1-7-1916