oorlogsverloop 1918
Duitse overwinning in het oosten:
De Russische ineenstorting opende nieuwe perspectieven. In het verdrag van Brest-Litovsk was bepaald dat Rusland afstand deed van de landen in het westen, vanaf de Oekraine tot Finland. De bezetting van deze landen kostte de centrale mogendheden nog wel troepen maar het conflict beperkte zich daarna voornamenlijk op het westerse front.
De aankomst van grote hoeveelheden Amerikaanse soldaten dat begon in maart, zou de balans doen overslaan naar de geallieerde kant. Duitsland werd daarom genoodzaakt snel nog met een offensief te komen.
zie hieronder
Het Duitse offensief in het voorjaar 1918:
Om het verrassingselement te behouden had de Duitse generale staf voor het geplande offensief een voorafgaande langdurige artillerie beschieting opgegeven en in plaats van een massieve aanval werd nu aangevallen met mobiele eenheden (stormtroepen)waarbij de geallieerde troepen werden overlopen. De aanval vond plaats op het punt waar de Franse en Britse legers bij elkaar kwamen om daarmee verwarring te brengen in hun opstelling.
De hoofdaanval begon op 21 maart, tussen Arras en La Fère en voor het eerst sinds 1914 werd het front doorbroken: het niet geprepareerde geallieerde leger trok zich terug maar hield de Duitse opmars tegen bij Montdidier. Een 2e offensief werd in april geplaatst in de sector bij Ieper en pas tegen eind mei werd de belangrijkste Duitse opmars hervat in Champagne. Opnieuw werd de Marne over gestoken en opnieuw werd Prijs bedreigd.
Echter het Duitse leger was op het einde van zijn krachten en er waren geen reserves. Het “laatste kans” offensief werd tussen 15 en 17 juli gebroken in de 2e slag bij de Marne.
zie hieronder