oorlogsverloop 1915 1916
1915 – 1916: stellingen oorlog in het westen, bewegingsoorlog in het oosten
Gedurende het hele jaar 1915 trachtten de generale staven het offensief aan het westerse front weer op te pakken. De vreselijke gevechten bij Ieper, in Artois en in de Champagne hadden weinig resultaat maar wel enorme verliezen aan mensenlevens. De grote veldslagen bij Verdun en aan de Somme zijn zowel uitermate kostbaar aan mensenlevens als ook totaal nutteloos.
Naast het mobiliseren van alle beschikbare middelen probeerden de oorlog voerende naties ook hun verbonden uit de breiden om het relatieve evenwicht te verstoren. Zo traden na Turkije (oktober 1914), ook Italië (mei 1915), Bulgarije (oktober 1915) en Roemenië (augustus 1916) toe tot één van beide kanten.
Weliswaar betrof dit allemaal alleen het oostfront en de Balkan. De landing op de Dardanellen door voornamenlijk Australische en Nieuwzeelandse eenheden van de ANZAC werd een uiterst gevoelige nederlaag; bij Salonika lukten het de geallieerden slechts een 2e rangs front op te richten. Terwijl de Italiaanse en Oostenrijks Hongaarse troepen in de Alpen niet verder kwamen werden Servië en Roemenië door de centrale mogendheden vernietigend verslagen. De Russen trokken 400 km terug zonder een beslissende nederlaag te lijden